MOEILIJKE RECENSIE

 

 

 

 

 

 

 


 

De drie eerste boeken 

van Stefan Brijs  

die ik gelezen heb

waren voor mij 

een verruking.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik heb kontakt opgenomen met de auteur, om hem dit mede te delen -'t zal hem een zorg geweest zijn - en om te weten of er een vertaling naar het Frans "in the pipe-line" zat. Ja, en wel door een zekere Heer Cunin, een aardige man met wie ik af en toe briefwisseling onderhoud - zodus, Post voor Meneer Cunin - maar ik ben er nog niet in geslaagd om hem te ontmoeten - hij is een wijnliefhebber. 

 

Intussen heeft Christine "Le faiseur d'anges" gelezen, met een identiek genot als het mijne. En gisteren is zij aan "Courrier des tranchées" begonnen, een uitstekende titel. Van "Arend" bestaat er geen Franse versie.

 

Ik heb er enkele dagen over gedaan om "Maan en zon" af te krijgen. Ik lees hoofdzakelijk 's avonds, in bed, en mijn visus wordt hoe langer hoe slechter (vermoeidheid van mijn corpus ciliare door de pc en de ouderdom, met bijkomende  suikerziekte).

 

Het verhaal ontrolt zich langzamerhand alsof er helemaal niets aan de hand was. Slechts de laatste 40 pagina's houden wat spanning in, en het tempo groeit geleidelijk aan, "à la Bolero de Ravel".

 

Ik was ontgoocheld. Ikzelf lijd aan een totaal tekort aan verbeeldingskracht, en verwacht dus van een "echte" auteur dat hij met een verhaal zou afkomen. Ik heb er een nacht over geslapen en ben jullie een bekentenis schuldig: dit werk is een heel clever boek.

 

Ik vind er tenminste 4 invloeden in terug, en ze zijn niet mis.

 

De allereerste is uiteraard "Miguel Street" "gehybridizeerd met "A House for Mr. Biswas". Dit hydbridizatieverschijnsel zal de geestelijke vader van Victor Hoppe niet onverschillig laten, denk ik. Naipaul is een groot auteur, een Nobelprijswinnaar (en terecht) en hij is in Trinidad & Tobago geboren, op de koop toe. Curaçao zit "in the same league". De beschrijvingen zijn gelijkaardig, zijn toon, zijn apparente onverschilligheid en zijn afstand naar zijn onderwerp. 

 

De tweede is eveneens een "monster" (Ungeheuer) uit de wereldliteratuur: Coetzee. De armoede die ze beiden beschrijven is gesmeed in hetzelfe ijzer. En de sfeer van hun relaas komt overeen.

 

De derde is vanzelfsprekend: Lieve Joris. Bij haar gaat het hoofdzakelijk over Afrika, maar het "reportage-genre" dat zij hanteert valt ook bij Brijs te bespeuren. Men weet dat onze Neerpeltse Godelieve kontakt is gaan opzoeken met Naipaul, bij hem, op zijn eiland. Ze vertoont bewondering, aantrekking, liefde (?), en lichte irritatie tegenover de man.

 

De vierde ligt minder voor de hand: het grootste talent van de hedendaagse Hollandse letterkunde: Grünberg, zeker in zijn "Tirza".

 

Voilà: dit boek bezit veel troeven.

Prachtig geschreven, technisch vol snufjes - o.m. de gekke versnelling van het verhaal in de laatste hoofdstukken - en een totaal onverwacht eind.

Maar ... het heeft mij minder geboeid dan de bijna volmaakte "Engelenmaker" of "Mw. Bromley". 

 

Brijs heeft getoond dat hij het schrijven totaal onder de knie heeft. Zijn macabere obsessies (het dode lijk op schoot, de opengesneden maag ...) stelt hij eens te meer ten toon (zelfs buiten Hottentotten tenten), maar van hem eisen we nog meer:

 

We want more, we want more! 

 

 

PS; Wie ben ik om een oordeel te uiten?

      Ik lees veel boeken, althans voor iemand die talrijke andere aktiviteiten bezit en absoluut geen

      letterkundige opvoeding genoten heeft, HELAAS. Ik had klassieke filologie willen studeren, maar het

      MOCHT niet van mijn ouders. En Nederlands is niet eens écht mijn moedertaal. 

      Mij dunkt dat ik de perfekte doorsnee-lezer ben, op één verschil na: ik lees bijna alle boeken die

      ik koop! 

     

 

 

 

Write a comment

Comments: 0